Jonge winkeldief wordt vastgebonden en misbruikt in een vernederende scène

Een beveiligingsbeambte van een winkelcentrum betrapt een jonge roodharige op winkeldiefstal. Hij dwingt haar te strippen, bindt haar vast en misbruikt haar uniform. De vernedering escaleert als hij de hulpeloze tiener domineert in een sadistisch machtsspel.

In een opwindende vertolking van gezag en macht komt een jonge, vurigharige tiener in diepe problemen met de wet. Betrapt in de handeling van kleine diefstal, wordt ze in hechtenis genomen door een strenge, rijpe officier, die zijn positie gebruikt om haar kwetsbaarheid te exploiteren. De handboeien verstrakken om haar polsen, haar vrijheid tijdelijk overgegeven. Wat zich vervolgens ontvouwt is een scène van pure losbandigheid, als de officier, gebruikmakend van zijn macht, haar bindt aan een stoel, haar waardigheid en onschuld wegneemt. De roodharige schoonheid is, ondanks haar jeugd en onschuld, geen partij voor de ervaren officier. Het tafereel vormt een rauwe, onberispelijke ontmoeting, waarbij de jonge en gespierde verlangens intens, begrensd, bevochtigd en dynamisch worden achtergelaten. Dit is een tast van puur losband, terwijl de officier gebruik maakt van zijn macht en haar vastbind aan een stoel bindt, met alle gevolgen van dien dien, maar dan ook, de gewone, dynamische en foute krachtlijn, de gevolgen van alles.